Hier vindt u meer informatie over uw Sternrouten-Wandeling
Eupen - Roetgen
Water
De Weserbach en het belang ervan voor de watervoorziening van Eupen
Plannen voor het gebruik van de Weser en de Heuvel (stroom van Botrange tot Eupen) voor de aanleg van een dam om de regio van drinkwater te voorzien, bestonden al in de Napoleontische tijd.
Nadat in 1918 de regio België was toegekend, begon in 1936 op initiatief van de burgemeester van Eupen de bouw van de Weserdam, die na het einde van de Tweede Wereldoorlog werd voltooid en op 9 februari 1950 werd ingehuldigd. Tegenwoordig wordt de Eupenerdam gevoed door de Weser, Getzbach en Hill. (<Wikipedia>). Voor de aanleg van de Wesertalsperre werd een deel van het drinkwater voor Eupen ter beschikking gesteld via een klein stuwmeer waarvan de restanten iets onder de route liggen. Aan het begin van de 20e eeuw voedde de Weserbach ook de watertanks van de treinstations van Raeren en Roetgen.
Weser reservoir © www.ostbelgien.eu/Dominik Ketz
Geschiedenis
Eupen, die Hauptstadt der deutschsprachigen Gemeinschaft Belgiens
Met ongeveer 20.000 inwoners is Eupen het centrum en de regeringszetel van de Duitstalige gemeenschap in België. Eupen bevond zich vaak op het raakvlak tussen domeinen. De plaats wordt voor het eerst genoemd als onderdeel van het hertogdom Limburg in 1040 en behoorde tot Spanje. Van 1477 tot 1794 behoorde het afwisselend tot de "Oostenrijkse Nederlanden" of tot de "Verenigde Nederlanden" voordat het vanaf 1794 naar Frankrijk kwam. Vanaf 1871 behoorde Eupen tot 1920 tot het Pruisische rijk. Van 1920-1940 behoorde het tot België en na een korte periode in de Tweede Wereldoorlog van 1940-1944 tot het Duitse Rijk, is het sinds 1945 een van de 3 provincies van België.
“Eupen was van de 17e eeuw tot het midden van de 19e eeuw een centrum van lakenproductie en maakt nu deel uit van de <wolroute>, die het culturele erfgoed van de lakenfabricage in de drielandenregio rond Aken onderhoudt en verbindt. De binnenstad heeft talrijke representatieve lakenmakersgebouwen en patriciërshuizen, vaak met daarachter een <Tuchschererwinkel> voornamelijk uit het einde van de 18e eeuw, die inmiddels grotendeels zijn verbouwd. Belangrijke architecten als de Aachen City Builder Laurenz Mefferdatis, Johann Joseph Couven of de Westfaalse barokke architect Johann Conrad Schlaun en anderen hebben hun sporen in de stad verlaten." <wikipedia> Gelegen aan het begin van de Sternroute blik op Werth plaatst een aantal van deze gebouwen. Voor wandelaars die geïnteresseerd zijn in architectuur, raden we een korte omweg aan door de verkeersluwe zone "Gospertstraße, Klötzerbahn"
De kopersmelterij aan de Weserbach
Bijna 30 jaar lang, van 1765-1794, was hier een kopermolen in bedrijf. Hier aan de beek was de grens tussen de hertogdommen Limburg, die toen tot de Oostenrijkse Nederlanden behoorden, en de Keurvorstspalts. Toen de export van koper verboden werd, werd hier aan de grens in Limburg een kopermolen gebouwd. Dit is de ene interpretatie van de kopermolen, hier de andere: “De kopermolen werd in het midden/eind van de 18e eeuw gebouwd als een “smokkelaarsnest”. Na het exportverbod op afgewerkte koperwaren transporteerden de kopermeesters uit Stolberg hun halffabrikaten en waarschijnlijk ook afgewerkte goederen naar de grens bij Eupen en deden daar mooie zaken. Na het uitbreken van de Franse Revolutie was “de magie ineens voorbij.”<HeuGeVe Roetgen>. In ieder geval was dit plein in de tweede helft van de 18e eeuw een belangrijk handelsknooppunt tussen de twee hertogdommen. De bank die daar op de bank staat, nodigt uit om de geschiedenis op te sporen.
In samenwerking met de Heimat- u. Geschichtsverein Roetgen e.V.
Eupen, Klötzerbahn © www.ostbelgien.eu/Dominik Ketz
<Historische kaart (open)>
1. Mospert 2. Bellesfortbrug (Weser) 3. Kopermolens 4. Eschbach
5. Gemeente Roetgen voor 1920
Gezicht op de Weser (kopermolens)
Natuur
Beverwoningen aan de Weser
Op verschillende plaatsen langs de Weser komen we beverstructuren tegen. De bever, die in de regio door hevige jacht werd uitgeroeid, is sinds het begin van de jaren tachtig opnieuw in de Eifel gevestigd, met groot succes, maar niet zonder conflict. Conflicten ontstaan wanneer het harde werk van de bever landbouwgrond of privétuinen overstroomt of gebouwen in de buurt van de kust destabiliseert. Een oplossing zou kunnen zijn om oeverstroken van 15 tot 30 m vrij te houden zodat de bever zijn "goede werk" kan doen: het is een landschapsarchitect (dood hout, dichtslibbende oever) die de biodiversiteit in en langs rivieren en beken aanzienlijk verhoogt .)
“Sommige soorten zijn in staat om de schaduwrijke en koele valleien zonder bevers te koloniseren, uitsluitend vanwege de activiteiten van de bevers, bijv. B. waterkikkers en verloskundige pad. Naast deze soorten profiteren Europese rivierkreeften, beekprikken, verschillende vissoorten, ringslangen
en andere reptielen, maar ook ijsvogels en zwarte ooievaars als voedselgasten van de bever.” <Zie Biostation Düren beveronderzoek>
Beversporen op de Weser / Eupen